De koffiemachine en het voorkeursysteem
Een collega en ik wachten op verse koffie. De koffiemachine is al een tijdje bezig en we zijn toch wat ongeduldig en hebben lekkere trek. Ik loop naar de koffiemachine en luister of deze al klaar is. Mijn collega die trekt de klep van het waterreservoir open en kijkt of het water al doorgelopen is. Herken je je eigen voorkeur en de wijze waarop je waarneemt? En herken je dat bij een ander?
Ik ben vooral auditief (horen) ingesteld, mijn collega visueel (zien). Wist je dat je dit ook heel goed in taal kunt horen? Visueel ingestelde mensen praten vaker in beelden en auditief ingestelde mensen in geluiden. Denk bijvoorbeeld aan uitdrukkingen die we vaak toevoegen aan onze teksten, zoals ‘wil je een oogje in het zeil houden’ of ‘gaat er al een belletje rinkelen’.
Inzicht in het voorkeurssysteem | wat heb je hier nu aan?
Door inzicht te hebben in het voorkeurssysteem van de ander, kun je makkelijker aansluiten in taal en verbinding maken. Als ik weet dat mijn collega visueel is ingesteld dan kan ik bijvoorbeeld vragen wat zijn beeld bij mijn voorstel/idee is. Bij een andere collega die bijvoorbeeld auditief is ingesteld kun je vragen hoe jouw voorstel/idee voor hem klinkt. En bij een collega waarbij het gevoel meer op de voorgrond is kun je vragen of het idee/voorstel goed aanvoelt.
Je kunt je voorstellen dat het praten in de taal die bij de ander past, helpt bij het voeren van een gesprek, bijvoorbeeld over veiligheid. Als ik aan een visueel ingesteld persoon vraag “hoe klinkt dit voorstel/idee voor jou?”, dan zal er vast geen belletje gaan rinkelen 😉.